Er is veel onderzoek gedaan in de academische- en in de zakenwereld, door middel van een kleine miljoen praktijkobservaties. Deze onderzoeken leiden tot inzicht in wat de werkzame bestanddelen zijn in veranderprocessen, zowel vanuit de psychotherapie als ook uit de organisatiekunde. De vraag waarop nu een gefundeerd antwoord is geformuleerd: “Wat maakt dat gedrag van leidinggevenden in verandering succesvol is?” Het antwoord is verandertaal, maar wat is dat en hoe werkt dat?
Onderzoekers ontdekten dat niet het gedrag van de leidinggevende, maar de overwegingen van de medewerker/ander doorslaggevend zijn. Werkelijk veranderen doe je op het moment dat je zelf de argumenten voor verandering uitspreekt. De leidinggevende heeft daarbij wel veel invloed op de motivatie van de medewerker, motivatie is immers een dynamisch proces. Daarbij is er op een ook de overtuiging dat wij de anderen hebben mee te nemen van A naar B. De taal van de verandering komt dan vaak uit de verkeerde mond. Uit de mond van jou als leidinggevende en niet uit de mond van de ander.